Ondernemingsraden durven flex niet aan te pakken
De bouwsector heeft met veel ongewenste vormen van flexibele arbeid te maken. FNV Bouw heeft in 2013 daarom veel geïnvesteerd in ondernemingsraden om dit onderwerp aan te pakken. Begin 2014 heeft de bond onderzocht wat dit heeft opgeleverd. Dat blijkt maar bar weinig te zijn, constateert beleidsadviseur Niko Manshanden van FNV Bouw in Zeggenschap.
Project ‘OR en flex’
Volgens Manshanden zijn ondernemingsraden hard nodig om flex aan te pakken. ‘De bond kan ongewenste flex niet alleen aanpakken. Daar is de OR voor nodig, als personeelsvertegenwoordiger binnen het bedrijf.’ De OR heeft er ook belang bij het onderwerp te agenderen. ‘Immers, door slechte flex worden steeds meer mensen ‘weggespoeld’ onder de cao. Daardoor wordt er dus steeds minder meebetaald aan collectieve voorzieningen als pensioenen en opleidingen. Hierdoor wordt de druk op arbeidsvoorwaarden alleen maar groter. Die spiraal naar beneden treft ook de vaste mensen van de bouwbedrijven en daar heeft de OR ook een verantwoordelijkheid voor.’
Om de OR te stimuleren met flex aan de slag te gaan, heeft de bond in 2013 het project ‘OR en flex’ gelanceerd. Er werden werkconferenties georganiseerd, er verschenen instrumenten op de website en er werd een handleiding in duizendvoud verspreid. Ook werden OR’en benaderd van bedrijven die flexconstructies hanteerden op de rand van de wet.
Bang
Al deze inspanningen bleken grotendeels tevergeefs, zo blijkt uit een evaluatie. ‘FNV Bouw heeft een jaar lang veel geïnvesteerd in de OR om flex aan te pakken. Daar is maar bar weinig uit gekomen. De OR lijkt maar weinig met flex bezig te zijn, terwijl de bond wel veel klachten krijgt. Het lijkt erop dat de OR niet durft, bang is om dit aan de orde te stellen en uit ervaring weten we dat menig OR eerder het handelen van het bedrijf verdedigt dan dit kritiseert. We vermoeden dat angst voor het verlies van nog meer vaste arbeidsplaatsen door nog meer uitbesteding OR-en ervan weerhoudt krachtig stelling te nemen tegen onwenselijke vormen van flexibilisering’, aldus Manshanden.
(lees het complete artikel in het septembernummer)